Rock Tribune (in Dutch)

De naam Said And Done is nog niet bij iedere hardcoreliefhebber bekend. Dat komt enerzijds omdat de band nog niet erg groot is, maar anderzijds ook omdat men de afgelopen jaren onder de naam Stab Back opereerde. Zanger Pim Arts is niet alleen actief in zijn band, maar runt ook Pressure Release Records, helpt een handje bij Light The Fuse Records, ontwerpt artwork voor andere bands en is één van de steunpilaren van Asice.net, een toonaangevend e-zine op het gebied van hardcore. Ondanks zijn drukke leven vindt Pim nog de tijd om Rock Tribune te woord te staan over Said And Done en het onlangs op Shield Recordings uitgekomen “Everyday”.

Kun je de geschiedenis van de band vertellen?

In December 1999 zijn Joost, onze drummer, en ik aan het jammen geslagen. Ik speel zelf ook gitaar (in de band niet meer inmiddels) en was al vrij vroeg bezig met eigen nummers. Ik wilde die songs graag spelen met andere muzikanten en zo kwam ik bij Joost uit. Zelf was ik ongeveer dertien en Joost zal rond de tien zijn geweest. Ik kan me nog herinneren dat het eerste nummer over de oorlog in Kosovo ging. Met dat soort dingen ben ik altijd wel bezig geweest. Door de jaren heen hebben we onder verschillende namen gespeeld en zijn er aardig wat mensen gekomen en gegaan. In de huidige line-up spelen we al een tijdje en het voelt beter dan ooit tevoren. Nu zeggen bands dat altijd, maar zo voelt het echt. We zijn inmiddels goed op elkaar ingespeeld en weten precies wat we aan elkaar hebben.

Hoe heeft de stijl zich door de jaren heen ontwikkeld en hoe is de naamsverandering tot stand gekomen?

Voor ons waren die ontwikkelingen vrij logisch, want we hebben gewoon altijd de muziek gespeeld die we wilden spelen. We leren continu nieuwe muziek kennen, nieuwe invloeden. Druk bezig met volwassen worden, opgroeien. Nog altijd. Zowel als individu als met de band. Zo begonnen Joost en ik ooit met grungeachtige nummers en dat evolueerde langzaam naar metalcore ten tijde van Stab Back. Dat was het enige waar we naar luisterden in die tijd. Toen de mini-CD “Breaking Out” uitkwam, waren we al weer veel meer bezig met NY-hardcore en verdween de metalcore min of meer uit onze nieuwe nummers. Toen ik ook nog eens besloot om anders te gaan zingen vonden we het tijd om het Stab Back-tijdperk af te sluiten. Het klonk anders, het voelde anders. Bovendien waren we de naam Stab Back ook behoorlijk beu. Mensen pikten het anders op dan wij bedoeld hadden, wellicht ook wat naïef van ons destijds. Het was nooit bedoeld als een “tough guy” naam. Het was juist een reactie op dergelijke “backstabbers”. Uiteindelijk is het Said And Done geworden en nu zijn we druk bezig dit hoofdstuk van onze geschiedenis te schrijven.

Hoe kijk je nu terug op de periode met Stab Back?

Het was een ontzettend coole tijd maar alle mensen veranderen en wij zijn daar zeker geen uitzondering op. Maar goed, onze eerste min of meer serieuze stappen als band hebben we met Stab Back gezet. We hebben ontzettend veel geleerd. Nummers schrijven, het opnemen van een demo en het uitbrengen daarvan, de studio ingaan, een MCD uitbrengen op een label, shows regelen, spelen in heel Nederland, de roadtrips, grote shows, kleine shows, merchandise. Noem het maar op. Alle aspecten die bij een band komen kijken, leerden we kennen. In feite deden we precies hetzelfde als dat we nu doen, allen weten we nu beter hoe we het moeten aanpakken en wat we willen. Maar goed, er is nog zoveel te leren, dus wat dat betreft…

Jij bent iemand die elk aspect van een release goed verzorgd wil hebben, inclusie artwork. Kun je de tekening op de cover uitleggen?

Ik vind inderdaad dat alles aan een release evenveel aandacht verdient. Van de muziek, de teksten tot het design. Het design is toch vaak het eerste wat iemand te zien krijgt van je album. Het idee achter de tekening op de hoes zijn de invloeden van buitenaf waar je bijna elke dag weer mee te maken krijgt, of je dat nu wilt of niet. Ik denk dat de afgebeelde figuren allemaal wel min of meer voor zich spreken. Zo staat de priester voor de religies die je proberen te manipuleren en de agent voor de corruptheid van het gezag. De terrorist staat meer voor Bush die ons bang maakt dan voor de terroristen zelf. De persoon in het midden is de belichaming van ons allemaal, al zien sommigen van ons er misschien net iets knapper uit. We worden langzaam maar zeker helemaal gek door al dat geduw en getrek aan ons. Elke dag weer moeten we het hoofd bieden aan deze invloeden en daar komt ook de titel van het album vandaan.

De sound op de nieuwe plaat is erg duidelijk. Kwam dit vanzelf tot stand tijdens de opnames?

Elke band wil voor zijn releases natuurlijk een goede productie. Maar wel een goede productie die bij de band past. Een dichtgesmeerd geluid met twintig dubs per gitaarpartij zou niet echt bij ons passen. Daarom was de keuze voor Studio 195 ook al vrij snel gemaakt. We hadden met Stab Back al eerder met Patrick Delabie gewerkt en wisten dus wat we konden verwachten. Het werkt ook gewoon erg makkelijk met Patrick. Hij weet wat wij willen en wij weten hoe hij werkt. Erg relaxt. Geen gepush, maar hij is wel erg alert. Hij hoort alles en brengt goede ideeën aan die de nummers zeker beter maken. Je kunt er vervolgens zelf mee doen wat je wilt. Hij zal zich nooit opdringen. Wellicht dat we voor volgende releases wel gaan experimenteren met andere studio’s, maar dat zien we dan wel weer. Daar zijn we nog niet echt mee bezig.

Is het experimenteren met je stem op “Everyday” goed bevallen?

Jazeker! Maar ik zou er maar vast aan wennen, want het stemgeluid op “Everyday” is zeker geen experiment. Je kan trouwens in het refrein van “Never Enough” Op de Stab Back MCD ook al wel wat horen van deze richting. Alle nummers die we na die mini-CD schreven hadden dit soort zang. Ik was het brullen gewoon beu. Ik hield zelf steeds minder van dat geluid en daarnaast merkte ik ook dat mijn stem het steeds minder goed trok. Genoeg redenen om over te gaan naar iets anders dus. Ik luister zelf ook vooral naar hardcorebands met “zangers”, bands als Only Living Witness, Cro Mags, Underdog, Maximum Penalty, etc. Ik was er in het begin nog wel wat onzeker over, omdat het toch iets totaal anders was, maar reacties waren gelukkig goed.

Je bent ook actief met Light The Fuse Records en Pressure Release Records. Kun jij je een leven zonder hardcore voorstellen?

Haha, goede vraag. En dan heb je Asice.net nog, een van de grootste hardcore e-zines van Europa en Hypekid.com, het designgebeuren waarmee ik voor een groot aantal hardcorebands en labels ontwerpen en websites gemaakt heb! Ja ik ben er toch wel aardig wat mee bezig. Ik kan me momenteel inderdaad geen leven voorstellen zonder hardcore. “Hardcore, a way of life”. Hoe cliché en stom het eigenlijk ook mag klinken, het is eigenlijk ook gewoon zo. Ik denk niet dat je zo af en toe met hardcore bezig kunt zijn. Als je er eenmaal inzit, zit je er ook helemaal in. Je wilt onderdeel zijn van het geheel, je wilt participeren, wat toevoegen aan het geheel. En dat is ook wat het levendig houdt. Zonder fanzines, zonder mensen die shows opzetten, zonder labels, zonder de mensen die de posters en dergelijke ontwerpen, zou er helemaal geen hardcore zijn. Dat is ook wat me zo aanspreekt aan hardcore, het is veel meer dan alleen de muziek.

Gaat het nummer “I’ll Be Fine” daar over?

Inderdaad! Bekenden vroegen me vaak waarom ik toch maar altijd met die herrie bezig was. Of waarom ik in mijn eentje uren reisde naar een show in Amsterdam om daar een band te zien spelen. Mensen begrepen het gewoon niet. Er is me ook wel eens gevraagd of ik echt iets zong of dat ik maar wat deed. Ze hebben gewoon geen flauw idee wat het allemaal inhoudt en wat het zo bijzonder maakt. Ze willen het vaak ook gewoon niet zien. Het staat te ver weg van ze. Hetzelfde geldt voor ouders: vaak snappen ze het niet en maken ze zich zorgen. Voor een buitenstaander ziet zo’n moshpit er natuurlijk ook vrij lomp uit. Vandaar dat zinnetje “You don’t have to worry, I’ll be fine”. Ik moet er wel bij zeggen dat mijn ouders me altijd honderd procent hebben gesteund, ook al begrepen ze het niet altijd allemaal. Hoe extreem hardcore ook mag overkomen, juist bij hardcore zouden ouders zich geen zorgen hoeven te maken. Hardcore zet mensen juist aan tot denken, het activeert ze. Door middel van het ‘do it yourself’-principe bijvoorbeeld. Ik ben erg blij dat het op mijn pad gekomen is in ieder geval.

David Brinks

Source